“Wetenschappelijke” achtergronden stikstofcrisis

We hebben het steeds over het stikstofprobleem maar stikstof (Nitrogen, scheikundig element N = element nummer 7 in het periodiek systeem is op zich volkomen onschuldig en dus geen probleem. De lucht die we inademen bestaat hier inderdaad voor circa 80% uit. In de lucht vaak in paartjes van 2 dus eigenlijk N2 oftewel distikstof (di is afgeleid van het oudgriekse “dis” wat tweemaal betekent) het is dus een paartje van 2 stikstofatomen.

 

Het probleem zou eigenlijk het reactief stikstofprobleem moeten heten. Reactief omdat het gaat om stikstof dat een reactie (= verbinding) is aangegaan met een ander scheikundig element. Stikstof is een gezellig atoom het verbindt zich namelijk graag.



Ammoniak (NH3) is daar een voorbeeld van. Het is stikstof (N) dat een verbinding is aangegaan met waterstof (Hydrogen,  H = element nummer 1 in het periodiek systeem ). Om precies te zijn het bestaat het uit 1 stikstof atoom en 3 waterstof atomen (N1H3) maar als iets maar 1 atoom bevat vermelden we dat eentje niet, dus NH3. Ammoniak zit vooral in de mest, urine bevat er veel van ook jouw en mijn plasje dus. Door verdamping komt het vrij in de lucht en kan zo een bepaalde afstand overbruggen.

Andere reacties zijn die met zuurstof (Oxygen, O = element nummer 8 in het periodiek systeem). Dit noemen we stikstofoxiden en dat is een verzamelnaam voor meerdere verbindingen van stikstof N met O zuurstof. Zo heb je NO2, NO8, N2O4, alle combinaties zijn mogelijk afhankelijk van hoeveel stikstof atomen zich verbonden hebben met hoeveel zuurstof atomen, bijv. N2O4 (distikstoftetraoxide) bestaat uit 2 stikstof atomen met 4 zuurstofatomen (tetra is in het grieks 4). In het kader van het milieu zijn met name de verbindingen met 1 stikstof atoom met zuurstof atomen van belang vandaar dat het vaak wordt aangeduid met NOx (waarbij je x dus het aantal zuurstofatomen weergeeft).

Stikstof kan zich ook binden aan andere elementen maar die zijn meestal niet gasvormig en verspreiden zich dus  niet naar natuurgebieden. 

 

Want die natuurgebieden daar gaat het om en dan eigenlijk vooral om gebieden die de EU heeft aangewezen als Natura 2000 gebied. Reactieve stikstof is namelijk een meststof en sommige planten gaan daar hard van groeien en andere niet. Grassen en  veel bomen vinden het bijvoorbeeld heerlijk maar mossen en paddestoelen minder. Als er dus veel van die meststof in een natuurgebied terecht komt zal dit overwoekerd worden door gras (maar ook brandnetel) terwijl andere plantensoorten verdwijnen. Stuifduinen, waar staatsbosbeheer ineens erg gek op is, groeien dicht en verstuiven niet meer. 

 

We hebben dus feitelijk 2 problemen: 

  • Een ammoniak probleem (NH3) eigenlijk vooral een mestprobleem dat nauw  verband houdt met de fosfaatrechten;
  • Een stikstofoxide probleem (NOx). Stikstofoxiden komen vooral vrij bij verbrandingsprocessen zoals verkeer en industrie. Het heeft een nauwe relatie met CO2 problematiek  (C = Carbon oftewel koolstof = element nummer 6 in het periodiek systeem, O ken je al en daar hebben we de 2 weer,  grieks di, dat maakt dan de naam Koolstofdioxide). Daar hebben de boeren dus echt een punt met hun kritiek op Schiphol.

Bovendien is het uitsluitend een probleem als het in de buurt van een natuurgebied is, dat de status Natura 2000 heeft. Daarover later en in de links onderaan meer. Naarmate een natuurgebied verder weg ligt slaat er minder neer omdat het dan in de lucht verdund wordt of al eerder neergeslagen is. Dat neerslaan noemt men “depositie”, een term die in het boerenprotest ook veel gevallen is.

 

Niet alleen is de chemische samenstelling en de oorsprong van ammoniak en stikstofoxide totaal verschillend. Het gedraagt zich ook verschillend. Ammoniak is zwaarder dan stikstofoxide en dat betekent dat het dichterbij de bron neerslaat. Stikstofoxide is dus lichter en verspreidt zich over een grotere afstand dan ammoniak. Omdat stikstofoxide vooral een verbrandingsproduct is kan er met technische middelen makkelijker verbetering bereikt worden. De grote stikstof boosdoeners waren bijvoorbeeld altijd de diesels  maar inmiddels is de nieuwste generatie diesels zo schoon dat deze milieutechnisch een beter alternatief zijn dan elektrische auto’s.

 

Als je dit probleem dus goed in kaart wil brengen en aanpakken moet je het in tweeën knippen en apart kwantificeren. Anders ben je appels en peren aan het optellen en vergelijken.